De Markiezin plonst tegen eind april weer het water in. Gepoetst en voorzien van een nieuw laagje anti-fouling. Nog even flink het dek schrobben en ze is klaar om naar Engeland te varen. We doen mee aan de 1ste rally naar de Engelse Oostkust van de NVvT. Naar aanleiding van het succes van de spontane versie vorig jaar (zie To Whitby or not to Whitby) is het nu als toertocht op de evenementenlijst gezet.
We hebben er zin in. Uitgangspunt is te varen waar de wind ons waait. Tot het laatste moment weten we niet wat de aanloophaven zal worden. Langzamerhand wordt wel duidelijk waar de wind vandaan komt en dat is ongeveer ZW. Daarmee wordt eigenlijk wel duidelijk dat de enige haven die min of meer bezeild is Lowestoft zal zijn. Het liefst wil de vloot richting Harwich of Ramsgate maar je kan niet alles hebben. Er zijn twee groepen boten. De zuidelijke en de noordelijke groep. Wij vertrekken met de noordelijke groep op Hemelvaartsdag eind van de middag naar Lowestoft. Dit wordt onze eerste overtocht met z'n tweeën. Enige spanning hoort daar wel bij. Laten we het gezonde spanning noemen. Voorzien van anti-zeeziekte pillen varen we de zee op. Het golft wat. Helemaal prettig voel ik me niet. Helaas, ondanks de belgische zeeziektepil slaat het monster zeeziekte toe. Henk staat er alleen voor. Ik verdwijn rillend en spugend naar de loodskooi. De Dijk golft door mijn hoofd. Als het golft dan golft het goed! De zee en mijn maaginhoud. Ik vraag me voor het eerst af of onze grote plannen wel kunnen worden doorgezet. Als ik elke keer zo ziek blijf dan weet ik het niet zo zeker meer. Vorig jaar is één belgische pil voldoende om te blijven functioneren. Waarom nu dan niet? Als je zo zeeziek ligt te wezen komen de gekste gedachten door je hoofd. Ik worstel om toch iedere keer weer te proberen op te staan en de wacht over te nemen. Een klein stukje overeind komen is voldoende om weer naar de puts te grijpen. Waarom doen we dit? Dat is dé vraag die elke zeiler die zeeziek is zichzelf stelt op dat moment. Ben je weer up en running dan komt die vraag niet meer in je op. Henk staat zijn mannetje en zeilt de Markiezin rustig naar de overkant. Hij meldt bij de marifoonrondjes dat ik zeeziek ben en hij het even alleen doet. Niemand anders van de schepen meldt zeeziekte. Ben ik dan echt de enige? 's Morgens kom ik eindelijk wat bij en ben in staat om naar buiten te komen. Kan zelfs uitkijk houden zodat Henk toch een uurtje kan slapen. We komen wat hoog uit en motoren het laatste stuk via de noord toegang naar Lowestoft. Toeristische route noemen we dat lachend. Lowestoft ligt aardig gevuld. We kunnen langszij de boot van onze groep die als eerste is gearriveerd. Dan blijkt bij hen aan boord ook het monster zeeziekte geweest te zijn. Voor mij toch een soort van opluchting. Ben ik niet de enige. Naar blijkt hebben meer boten bezoek van het monster gehad. Alleen meldt niemand het. Toch jammer.
Langzamerhand druppelen de boten binnen. Sommige pas aan het eind van de middag. Het oorspronkelijke plan om de volgende dag door te gaan naar de river Orwell wordt afgeblazen. Het tij loopt vroeg en de rust is dan te weinig. Er zijn enkele boten die voor het eerst de overtocht maken. De zuidelijke groep is intussen wel op de river Orwell. Niet erg handig, want de organisatie van de tocht bevindt zich volledig bij die ploeg. Er ontstaat spanning. Tijd voor een rustdag en dan verder bekijken waar we heen gaan. |